Portefeuillehouders
Wethouder Briels
Wethouder Slaets-Sonneveldt
Wethouder Van den Berkmortel
Bestuursakkoord 2022-2026
Leefbaarheid Omgevingsvisie Woningbouw Klimaatverandering Energietransitie Recreatie en toerisme Erfgoed Verkeer |
---|
Ontwikkelingen
Inhoudelijke ontwikkelingen
De uiteenlopende opgaven en ambities op het gebied van klimaat en energie, verstedelijking en landelijk gebied vragen om een integrale aanpak. Laarbeek zet hierbij primair in op de processen binnen de MRE (Ontwikkelstrategie Zuidoost Brabant) en de subregio Peel, waar wij (samen met andere perifere gemeenten) tot passende kaders willen komen.
Tegelijkertijd legt de provincie een zogenaamde ‘Ruimtelijke Puzzel’ op het gebied van Duurzaamheid en Energie, Verstedelijking en Landelijk gebied.
Hierin dienen beleidsontwikkelingen in het kader van het Provinciaal Meerjarig Investeringsprogramma Energie en Klimaat (PMIEK), het BPLG (Brabants Programma Landelijk Gebied), het BO Mirt (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) en het Ontwikkelperspectief voor NOVEX De Peel (en NOVEX Stedelijk Brabant) een plaats te krijgen. Deze Ruimtelijke Puzzel wordt vertaald in de afspraken tussen Provincie Noord-Brabant en het Rijk (het zogenaamde Ruimtelijk Arrangement). Vanaf 2024 dienen de gemeenten deze ruimtelijke en financiële afspraken uit te werken op (sub)regionaal en lokaal niveau.
Binnen onze eigen gemeentegrenzen zijn we inmiddels bezig met het opstellen van de Omgevingsvisie Kernen. Voor het stukje buitengebied zullen het BPLG en de nieuwe stoppersregeling LBV veel impact hebben.
Onze woningmarktopgave pakken we voortvarend op. In januari 2023 zijn de nieuwe prijsgrenzen vastgesteld en in maart 2023 is de Woondeal getekend. Hierin wordt gewerkt met een minimale woningbouwopgave in plaats van maximering van contingenten. We willen meer sociale huur en tweederde van de nieuwbouwwoningen moet in de categorie betaalbaar vallen.
Een en ander is doorvertaald in het in oktober '23 vastgestelde Beleidskader Wonen (inclusief Woonzorgvisie).
De toenemende drukte op de wegen, onze zorg om de verkeersongevallencijfers, het onverminderde streven naar mobiliteitstransitie hebben eveneens onze volle aandacht. De N279, Deense Hoek en Beekse Brug en snelfietspaden moeten wat ons betreft zo snel mogelijk worden aangepakt. In november 2022 is de Regiodeal gesloten op basis waarvan (inclusief cofinanciering) 1,6 miljard wordt geïnvesteerd in de bereikbaarheid van de Brainportregio. In deze begroting reserveren we de Laarbeekse bijdrage voor dit eerste maatregelenpakket.
Intussen is subregio Oost bezig met apart maatregelenpakket mobiliteit om ook in de periferie de bereikbaarheid te garanderen. Zelf zijn we inmiddels gestart met ons eigen Integrale Verkeersonderzoek.
Dit ‘schaken op meerdere borden’ vraagt veel van Laarbeek. Niet alleen in het kader van lopende opgaven en projecten maar ook op het punt van regionale afstemming en planvorming.
Professionalisering en intensivering regionale samenwerking
In MRE verband wordt vanaf 2024 vanuit de bestaande budgetten een programmabureau ingericht, dat de beleidsinzet en –ontwikkeling vanuit ZuidOost Brabant een impuls zal geven. Ook op subregionaal niveau hebben we behoefte aan een professionaliseringsslag. In deze begroting maken we middelen vrij om de samenwerking tussen de Peelgemeenten in het ruimtelijk domein te professionaliseren en effectiever te maken. We dragen financieel bij aan een peel programmamanager en werken als gemeenten onderling nog beter samen om een antwoord te vinden op de vele (boven)regionale beleidsontwikkelingen.
Hoe gaan we hier mee om?
De afgelopen maanden is inzicht en overzicht gecreëerd om onze doelen en te prioriteren in aanloop naar de Kadernota. Die inventarisatie laat opnieuw zien dat er teveel werk ligt voor de beschikbare ambtelijke capaciteit. Binnen de afdeling Leefomgeving is sprake van een stuwmeer aan projecten. Het stopzetten of temporiseren daarvan is niet alleen onwenselijk met het oog op de door ons uitgesproken ambities, maar ook vanuit juridische en technisch-inhoudelijke overwegingen (aangegane verplichtingen, operationele verwevenheid).
In een wereld gekenmerkt door constante verandering en onvoorspelbaarheid is adaptiviteit een cruciale randvoorwaarde. De afdeling Leefomgeving wil dan ook structureel gaan werken met een vaste formatie en een flexibele schil. Door de flexibele schil van inhuur kan de Afdeling Leefomgeving beter inspelen op de uitdagingen van de moderne wereld en de behoeften van de samenleving. Het biedt de nodige flexibiliteit en wendbaarheid om te kunnen anticiperen op veranderingen en zorgt ervoor dat de organisatie sterker wordt, zelfs in tijden van onzekerheid.
De flexibele schil zal voor het grootste deel kostendekkend zijn. Denk hierbij aan de aanstelling van projectleiders die de kosten voor het grootste deel terugverdienen vanuit de inkomsten van bijvoorbeeld projecten, anterieure overeenkomsten of legesopbrengsten van principeverzoeken. Deze inkomsten worden weer gebruikt om voor de inhuur van personeel in de flexibele schil.
Het is de inschatting dat het ongeveer twee jaar duurt om de hierboven beschreven methode goed te borgen in de organisatie. Tot die tijd willen we zo goed mogelijk invulling blijven geven aan de huidige projecten en de ambities uit het bestuursakkoord. Daarvoor is ook nu al een flexibele schil aanwezig en die hebben we nodig om te blijven doen wat we nu doen. De incidentele budgetten die we in 2022 en 2023 hadden om mensen in te huren zijn vanaf 2024 niet meer beschikbaar. Op basis van een analyse van de huidige projecten en de benodigde capaciteit wordt daarom voor 2024 en 2025 jaarlijks een incidenteel bedrag gevraagd van € 550.000. Vanaf 2026 moet de flexibele schil ‘zichzelf in stand houden’. Voor dat bedrag voeren we in 2024 en 2025 een aantal projecten uit. Deze zijn bij het raadsvoorstel als afzonderlijke bijlage toegevoegd. Als er extra projecten uitgevoerd moeten worden moet er een project van deze lijst af of moet er extra geld voor inhuur bij.
Met deze nieuwe werkwijze voorkomen we dat een prioriteringsdiscussie nu leidt tot vertraging op lopende projecten. Dat is niet alleen operationeel en juridisch onwenselijk maar is ook maatschappelijk onverkoopbaar. Het instellen van een zichzelf in stand houdende flexibele schil zorgt tegelijkertijd voor scherpte in het onderscheid tussen structurele en incidentele werkzaamheden, en leidt tegelijkertijd tot de zo wenselijke prioritering naar de toekomst toe.
Ambities
A. Laarbeek blijft zich profileren als een landelijke, zelfbewuste gemeente die haar positie op |
---|